Tranen breken het timbre van mijn grauwe stem, moe en futloos,
de watervallen achter mijn oogkassen lijken eindelijk op te drogen
in de woestijn van mijn angst, en de oase van de laatste hoop.
Palmbomen beven boven het zeldzame water die de weerspiegeling
is van mijn jeugd, de oude polaroid foto die langzaam overgaat tot
zonnegeel met kreuken die parallel lopen met de rimpel op mijn
vermoeide gezicht, de dag is ontzettend heet, de nachten koud,
net als je gedachten nu, gehaast om te leven en daardoor vergeten
de mooiste momenten in te ademen als een bron van inspiratie.
Zorgen veroveren mijn gedachten als eindeloze rijen van getrainde
draken die met woorden vuur spuwen en met daden mijn burcht
laten afbrokkelen tot de ruïne die mijn leven nu is geworden.
In mijn wachttoren scheurt de vaandel meer en meer door de wind,
de witte kerkuil probeert tevergeefs me te wekken omdat het
einde voelbaar is aan de horizon, er kunnen maar zoveel slagvelden
zijn tot de stilte alleenheerser wordt van lege steden en verlaten
straten, in de analen van mijn geheugen, onbezongen door minestrelen
en gretig gegeten door de narren die nu de gouden troon opeisen.
Legendes sterven omdat nieuwe helden en prinsessen bestaansrecht
krijgen in het grote levensboek waar mijn naam nu sneuvelt onder het stof.
Foto: Pixabay/rechtenvrij.