De straten ademen astmatisch terwijl ik tuur naar de eenzame maan
doorheen de mist van mijn geweten, de nacht verbergt de littekens
op mijn gezicht, maar kunnen hun broeders op mijn ziel niet helen.
In een nevel zucht herken ik de souplesse van je wandel terwijl je
behendig de mist splits en iedere stap uitdagend lawaai maakt op
de eeuwenoude kasseien, je lach is het teken dat ik de zorgen van de
dag mag opbergen in de vergeethoek van mijn geheugen en ik eindelijk
in de schemering van de maan kan leven met jou aan mijn zijde, het
kindvrouwtje dat met een goddelijke zelfzekerheid straalt in de
schaduwnevels van de straten die eerbiedig haar voeten dragen en
met jouw aan mijn zijde ben ik terug de prins van de passienacht.
De lantarenpalen zijn de schildwachten die gadeslaan hoe je me kust
en de zorgen van morgen zorgvuldig dissecteert uit mijn vermoeid
gezicht, de prikkeling van je parfum in mijn neusholtes zijn voldoende
om de geheimen en gevaren van de duisternis te doorstaan omdat
in je ogen het geheim ligt van de gidsen der zeven deugden en de
zonden die geboren worden in de nacht voor jou transformeren tot
prachtige orchideeën die het stuifmeel bevatten van een verhaal
dat opgenomen wordt in de kronieken van de revalidatie van de harten.
Elke ademhaling is er voor jou, omdat je de motor bent van mijn ziel,
het scheepsroer van mijn geweten en de zandloper van mijn dagen.
Houden van jou is eten en drinken tot de zon terug opkomt in het oosten.
Mooi bewoord