Gezichtsgroeven

Gezichtsgroeven

In mijn gezichtsgroeven varen schoeners naar de oceanen van illusie

langsheen mijn ogen die nu glansloze jaden klippen vormen, vuurtorens

die mijmeren over een oplaaiend vuur die luisterde naar de bevelen van

je stem, lang geleden in een herinnering die littekenweefsel is geworden.

Mijn wilde haren zijn nu getemd door een witte kleur die aanvoelt als

stofsneeuw die zijn mantel weggeeft aan donkere winterdagen.

 

In mijn gezichtsgroeven zwemmen herinneringen in troebel water

voorbij de kaap van mijn mond die nog de zilte smaak proeft van je

lippen die mijn drenkelingen-angsten kon opvissen als een zeewaardige

sirene die mijn hart op de klippen liet lopen op een oever van passie en

lust, terwijl mijn zorgen aanspoelden op een parelmoerstrand om te

verdampen in nachtelijke passie die de wereld minzaam kon uitdagen.

 

In mijn gezichtsgroeven verdwalen mijn gedachten en geheimen als

blinde bezoekers in een hyrogliefen labyrint die men karakter heet.

Rimpels vormen zich in de contouren van een gezicht die eens onbeschaamd

en ongestraft kon wedijveren met de zandlopers van onze verhalen.

In mijn gezichtsgroeven ligt nu nog je naam die de balsem probeert te zijn

tegen het stof van een vervlogen verleden, je zal altijd bij me zijn.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *