Caressa

Caressa

Telkens er een traan valt uit je jade ogen vertrekt komt er een komeet

in mijn universum binnen, als gevangene in mijn tijdlijn probeer Ik met elke zucht

te ontsnappen uit de dagenketting en de tralies van onverschilligheid.

Ergens kijk je met vochtige ogen naar de horizon op zoek naar vragen

zonder antwoorden, naar een hartslag die klopt aan de andere kant

van de wereldbol, de dagen slijten zich neer als een spinnende kater

die krols en dwars de uren in vraag stelt en opkijkt naar een stervende zon.

 

Telkens de stad rilt in de ijzige uitademing van de straatstenen, denk ik

onverwijld aan jou, probeer me de zachte woordjes te herinneren die

je in mijn oor fluisterde, terwijl andere mensen naar ons keken, heerlijk

geniepig en sensueel omdat de woorden zou leiden, tot je lippen

die op de mijne zouden vallen, zoals een gefilterde motregen die een

poging waagt om aandacht te trekken in een mislukte lentedag of de

vele malen dat onze blikken versmelten en we niet langer de apathie

kunnen negeren van de mensen rondom ons, ik wist het toen ik voor

de allereerste keer je ogen kon inkijken als een open lexicon.

 

Telkens ons lied door onze hoofden speelt, kijk ik je hongerig aan

en voel ik instant voldoening omdat ik weet dat alleen wij de dieptes

van de toonladder aankunnen in de sensualiteit van je wezen, simpelweg

ben je de ooggetuige die al mijn zintuigen bespeelt als een harp.

Kijken naar jou is liefhebben, eten en drinken, het verschil tussen

zuurstof en bekrompenheid der mensen, telkens je bij me bent hou

ik zielsveel van je, telkens weer naar het volgende telkens moment.

Houden van is telkens sterven en pijn en telkens de ziel streling

waar ik elke microseconde naar blijf hunkeren, jij bent mijn goedemorgen

en ik adem je in elke ochtend tot aan de nachtvallei, je weet wel.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *