Met kimono handen heb ik de zijden
stilte aan elkaar geweven tot een web
van glazen herinneringen.
In het satijn zuchten
van de perkamenten leegheid
heb ik je stem kunnen horen
als krassen van een ganzenveer
in het manuscript van mijn leven.
Dochter van Thalassa, aanhoor me,
stuur golvende woorden naar me toe
en neem mijn gebroken lichaam in bewaring,
omarm met de room der illusie,
de berusting van gemiste verhalen.
Met het schuim der golven kan je
me een cape maken en me bevrijden
uit een arachnofobische onzekerheid.
Laat mijn ziel dwalen over een
koraalkerkhof in het rijk
van de onmenselijke rust.