Op de oever waar de heilige lotusbloemen de oevers kussen in stilte
deed je aanraking mijn lichaam beven en in je ogen lag de talisman
van de hoop die fonkelend me seismologisch van mijn stuk bracht in
vrije val, omdat ik wist dat je liefde me zou opvangen als hogepriesteres
van je land die de geheimen beheerste van liefkozingen die nederige offers
waren aan mijn hart, simpel altaar in de sacristie van mijn innerlijk bestaan.
In je voetsporen droeg je mijn ziel naar verre horizonten in mijn geest,
als een eeuwige vlam die te koppig was om uit te doven, twee hartslagen
die synchroon hun pas uittekenden op het warme zand in de baai van
eeuwig verlangen, onze verstrengelde handen grepen elke gelegenheid
aan om onze blikken te doen versmelten tot een hemelsblauw verlangen.
Aan je zijde, heerste ik in gedachten over ruimte en tijd en schilderde
Ik op een canvas vol verlangen je beeld die als een tatoeage zou kleven
op mijn hoornvlies tot mijn hart uiteindelijk zou overgaan tot het mooiste
geluid op aarde, die van de helende en louterende stilte, zoals je kus
die telkens weer vrucht gaf aan mijn lippen, waarna de woorden van
adoratie rijkelijk vloeiden omdat je me kon aanraken met je ogen,
me kon liefhebben met gedachten en je persoon me streelde in extase.
Ben dankbaar dat ik vergat dit alles te vergeten.