Tijd is als een dief in de nacht

Tijd is als een dief in de nacht

Als een hamstertje in een rad leef ik mijn leven, geen tijd om verveling toe te laten…

Hamstertje in een rad…

Als een hamstertje in een rad leef ik mijn leven, geen tijd om verveling toe te laten in de routines en de avonturen van het dagelijkse bestaan. Ik kan me helder herinneren dat ik als kind dag droomde over de wonderbare dingen die ik zou doen en zien als ik groot werd. Voor dat je het weet, heb je inderdaad talrijke gebeurtenissen door zwommen sommigen goed anderen die best vlug werden vergeten. In de jeugd ben je ongenaakbaar, de wereld ligt open voor je, als een rijpe vrucht die moet en zal geplukt worden. Je waant je onsterfelijk ook, de plannen voor de toekomst zijn veelvuldig en soms chaotisch, maar je leeft, je leert, maakt fouten met vallen en opstaan.

Kinderen

Op een dag kijk je liefdevol naar je kinderen en herken je delen van jezelf, je probeert voorzichtig ervaringen van je jeugd en je dromen bij te brengen bij hen die je nu het meeste dierbaar zijn. Plotseling ben je nooit meer alleen, niet alleen je partner leeft naast je, maar een deel van jezelf is begonnen aan een volgend hoofdstuk. Zijn kinderen immers niet het dichtste wat we kunnen bereiken dat grenst aan onsterfelijkheid?. De waaghals van weleer wordt voorzichtiger in zijn doen en laten want het gaat niet enkel meer om jouw identiteit en beleving; anderen rekenen nu op jou, kijken naar je op en zoeken naar (bege)leiding op de prille weg van het leven. Vreemde sensatie, maar gevangen in sociale verplichtingen heb je niet veel tij dom erbij stil te staan. Je bent gewoon tevreden met de kennis dat je iets tastbaars hebt voortgebracht in deze wereld, en dat je niet meer alleen bent in de verzuchting van je dromen. Hoe meer je kinderen naar je opkijken en hoe meer je het gevoel hebt dat je ze helpt om op hun beurt hun identiteit en hun bestemming te vinden, hoe gemakkelijker wordt de routine van het leven in aanvaarding aangenomen.

Tijd is een sluipende mist

Net alsof het gisteren was, kan ik mij het moment herinneren. Het ogenblik dat de tijd op je schouder klopt. De plaats was de bibliotheek waar ik met volle teugen steeds kan genieten omsingeld te zijn door cultuur en kennis. Het trof me plots als een harde vuistslag. Ik zal nooit alle boeken nog kunnen lezen, ik zal nooit alle muziek kunnen beluisteren er waren er gewoon teveel, dit is een race die ik nooit kon winnen. Mijn blik dwaalde over de boeken en ik besefte dat er nog zoveel plaatsen waren in de wereld waar ik nooit was geweest, nog zoveel talen die ik graag had willen leren. Ik werd er stil van, voor het eerst werd ik hard aangepakt door dit leven welke me eigenlijk best beviel en die tot nog toe goed geweest was voor mij. Ik herinner me het gevoel als onzichtbare vingers die mijn keel dichtknepen…

De toekomstvisie is een parel, mooi maar wazig.

Na de aanvankelijke slapeloze nachten en de ontelbare momenten van wegzinken in gedachten, kwam er de angst, gevoel die mij tot nog toe vreemd was. Het besef dat alles tijdelijk is, werd plotseling een akelige gedachte. Ik had zin om te roepen “help ik heb een geest van zestien jaar gevangen in een ouder lichaam”. Na analyse van dit nieuwe gevoel kwam ik algauw tot de conclusie dat de schrik werd ingegeven door het niet weten of ik tijd genoeg zou krijgen om mijn kinderen te begeleiden naar een goed leven, een veilige haven, zou ik erin slagen om door de onmetelijke liefde die ik voor hen voel, de juiste waarden mee te geven die hun later zou begeleiden op hun levens tocht, ook wanneer ik er niet meer ben?

Ik realiseerde mij dat wij allen op één of andere manier zoeken om onsterfelijk te worden, de kunstenaar in zijn werken, de workaholic in zijn werk, de mens in zijn kinderen. Het enige wat onsterfelijk is in mij, is de onverstoorbare liefde die ik heb voor mijn kinderen, ik weet dat ik zal verder leven in kleine gebaren en hopelijk ook in dierbare herinneringen die ze later zullen koesteren. Deze gedachte geeft mij een onverklaarbare rust, mijn leven is niet nutteloos geweest, zelfs als ik onopgemerkt ooit zal weggaan. Ik ben hiervoor dankbaar, en hoop dat mijn zoon en dochter geen epistel van mij zullen moeten lezen om te weten wat ze voor mij betekenen. Er is gratie in het leven, men moet het alleen maar durven herkennen…

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *