Alecta

Alecta

Als de dochter van urbane zigeuners kon je de maan naar je hand

zetten en de sterren bevelen om te dansen in het blauwzwarte

decor van wolkenkrabbers en mierenmensen die doelloos leken

te bewegen in de bezweten straten van de bruisende grootstad.

Je blik danste rond de gebouwen die eerbiedig in hun wijsheid

hun schaduwen introkken als een reverence van de brekende nacht.

 

De champagnecoupe die je gracieus optilde waarboven je ogen tuurden

als fakkels in de duistere hoeken van de stervende dag, keken me

aan in het bevriezen van het moment in een tinteling die voelbaar

was van mijn hoofd tot mijn voetzool, na een omleiding te hebben

genomen langs mijn hart en ziel, het moment waar woorden voor

altijd waren als zwaluwen sierlijk mooi maar ook ongrijpbaar snel.

 

De ijskoude van de nacht doorbrak vernietigend het spiegelbeeld

van mezelf en in de confrontatie van mijn eigen falen, reikte jij

mij, eenzame drenkeling van mijn verwachtingen de hand die me

passage gaf naar een licht die geboren werd in je ogen en verder

tot leven kwam in de eeuwige haard van je hartkamers en je ziel.

Wensen zijn ontvoogde woorden, préséance is voor altijd alles.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *